Zaterdag 17:45 uur. Ik sta te wachten op het Centraal station van Eindhoven. Links en rechts van me rennen mensen voorbij die erachter zijn gekomen dat ze op het verkeerde perron staan te wachten. En een wat oudere man op een bankje is een poging aan het ondernemen om muziek uit zijn Ipod te krijgen. Gniffelend sta ik dit te aanschouwen, en vraag me af hoe ik er over dertig jaar bij zal zitten.
De zon breekt door de huizen beglazing van het stationperron, en de zon verwarmt mijn gezicht. Mijn gedachten gaan terug naar een aantal maanden geleden, en ik bedenk me dat ik regelmatig op dit perron heb staan te wachten op weg naar jou.
Ik heb je vorig jaar leren kennen, en ons contact was direct erg intens. Soms vraag ik me weleens af of het niet té intens was. Aan de andere kant ben ik er zelf bij geweest, en het voelde goed. Bij jou kon ik zijn wie ik ben, en uiteindelijk mezelf zijn. Niks hoeven te zeggen, en me toch op mijn gemak voelen. Een gevoel dat ik met open armen ontving.
Om me heen schuifelen mensen langzaam naar voren, en in de verte doemt de trein op. Een grote gele dubbeldekker stopt met piepende remmen recht voor mijn neus, en ik stap de trein in. Ik ga zitten tegenover een meisje die druk in de weer is met haar telefoon, en ik staar door het raampje naar buiten. De oudere man zit nog steeds op zijn bankje te spelen met zijn Ipod, en ik vraag me af of het hem al gelukt is om zijn Ipod aan de praat te krijgen. Mijn gedachten gaan weer terug naar de mijmeringen voordat ik de trein instapte. En ik bedenk me of ik dingen anders had moeten doen, en of datgene wat er was nog steeds aanwezig is. Voorheen heb ik uren met je gepraat over allerlei dingen, en zou dat er nog steeds zijn?
De trein begint langzaam op gang te komen, en het meisje dat tegenover me zit is nog steeds druk in de weer met haar telefoon terwijl een netjes opgevouwen Spits naast haar ligt. Ik vraag me af of het meisje weet wat er speelt in de wereld, omdat Twitter of Ping tegenwoordig belangrijker schijnt te zijn dan mondiale gebeurtenissen. In mezelf lachend betrap ik me erop dat ik misschien ouder begin te worden. De samenleving begint steeds meer te individualiseren, omdat de meeste mensen in de trein star voor zich uit zitten te staren met oordopjes in hun oren waar muziek naar keuze uit klinkt.
Ik kijk weer naar buiten door het raampje, en ik merk dat ik ergens gespannen ben om je weer te zien. In de tussentijd is er nog al wat verandert, omdat ik de laatste tijd erg met mezelf ben bezig geweest en jij bent ook erg druk bezig geweest met jouw dingen.
Ik maak met mezelf de afspraak dat ik alles maar over me heen laat komen, en dat ik wel zie waar het eindigt. Want zoals het voorheen was, zou het misschien ooit nog kunnen zijn.
En ondertussen dendert de trein verder door het Brabantse land. Ik ben onderweg, onderweg naar jou…..
..heel benieuwd hoe het verder gaat.. lijkt verdorie wel op het begin van een boek! (en een hele mooie site trouwens..)
Thanks! 🙂 De site wordt binnenkort overgezet naar een .NL domein. Omdat ik dan meer mogelijkheden heb. X
Er zit een man op het perron, hij krijgt geen muziek uit zijn iPod en kijkt om zich heen, iedereen is bezig met zichzelf, op tijd te komen, oordopjes in, Twitter aan, hij kijkt naar links, een vriendelijke jongeman staat de dromen in de zon, hij is er met zijn gedachten niet bij, maar hij is de enige die nog af en toe om zich heen kijkt….de tussengeneratie…de volgende is alleen nog maar met zichzelf bezig……
Gelukkig krijgt de oudere man zijn muziek aan….Abel…hij is onderweg…
Mooi! Jij snapt de achterliggende gedachte van mijn blog. Thanks, Jochem! 🙂
Je bent een blogger of je bent het niet…. 🙂
En dat zijn we, volgens mij 😉
Maikel, wat kan je toch bijzonder mooi schrijven. Soms ben ik een beetje jarloers op je mooie teksten.
Dank je wel! Mooi compliment! 🙂